Rij en rusttijden wet

De rij- en rusttijden zijn vastgesteld met de Europese Verordening 561/2006 en het Arbeidstijdenbesluit Vervoer van 1 december 2006. Deze verordening regelt de rij- en rusttijden voor vrachtautochauffeurs én touringcarchauffeurs. In alle lidstaten van de Europese Unie gelden dezelfde voorschriften. In de meeste andere Europese landen geldt het AETR-verdrag. De inhoud daarvan is in het najaar 2010 gelijkgetrokken met Verordening 561. De herinvoering van de ’12 dagen regeling’ is per 4 juni 2010 van kracht geworden.

Rijtijd en werktijd

Bij het werk van een touringcarchauffeur moet onderscheid gemaakt worden tussen arbeidstijd en rijtijd. De zuivere rijtijd, dus de tijd dat de chauffeur achter het stuur in een rijdende touringcar deelneemt aan het verkeer, bedraagt maximaal 9 uur per dag. Deze rijtijd mag twee keer per week verlengd worden tot 10 uur per dag. In één week mag een chauffeur maximaal 56 uur rijden en per twee weken maximaal 90 uur. Wanneer een chauffeur in de eerste week 50 uur heeft gereden, mag hij in de tweede week dus nog maar 40 uur rijden. Dit kan betekenen dat, wanneer u een chauffeur extra zou willen laten rijden buiten het afgesproken werk om, dit niet mogelijk is omdat daar bij de planning géén rekening mee is gehouden. Misschien zit de chauffeur dus al aan zijn maximum aantal rijuren.

Arbeidstijd
De dagelijkse rust moet 11 uur aaneengesloten bedragen, zodat per etmaal (24 uur) 13 uur overblijft. De dagelijkse rust mag ook gesplitst worden in een periode van 3 uur gevolgd door een periode van 9 uur aaneengesloten, waarbij dan dus 12 uur arbeidstijd overblijft. De dagelijkse rust mag maximaal drie keer per week beperkt worden tot 9 uur aaneengesloten. In één week mag een chauffeur maximaal 60 uur werken (piekbelasting). Over een half jaar genomen mag hij gemiddeld maximaal 55 uur per week werken. Voor een touringcarchauffeur is arbeid: rijden, toezicht houden op het in- en uitstappen van passagiers, laden en lossen van bagage en alle andere werkzaamheden om de veiligheid van het voertuig, lading en passagiers te verzekeren. Arbeid is echter ook de periode waarin een chauffeur niet vrijelijk over zijn tijd kan beschikken en bij het voertuig of het bedrijf moet zijn en hij gereed is om aan het werk te gaan. Ook het verplaatsen, bijvoorbeeld per personenauto, vanaf huis of bedrijf naar de plek waar de chauffeur met het rijden in de touringcar begint, telt mee als arbeidstijd. Dit is een gevolg van het zogenoemde Skills-arrest. Dit geldt trouwens ook voor de terugweg. Wanneer een chauffeur bijvoorbeeld in Zuid-Limburg het stuur van een collega overneemt voor een meerdaagse reis, geldt de autorit van huis of bedrijf als arbeidstijd.

Hoe lang mag een chauffeur aaneengesloten rijden?

Een chauffeur mag maximaal 4,5 uur aaneengesloten rijden. Onder rijden wordt verstaan het rollen van de wielen. Hierna moet hij een pauze van tenminste 45 minuten nemen. Deze rust van 45 minuten mag desgewenst ook in twee delen opgenomen worden: eerst één periode van minimaal 15 minuten en daarna een periode van minimaal 30 minuten. Deze volgorde van 15 en 30 minuten is bindend voorgeschreven om misbruik te voorkomen. Want stel dat een chauffeur een paar minuten rijdt om ergens nog spullen op te halen, dan een half uur pauze neemt, vervolgens zou hij dan bijna 4,5 uur kunnen rijden om dan pas 15 minuten te pauzeren, waarna hij weer 4,5 uur zou kunnen rijden. Dat zou inhouden dat hij met slechts 15 minuten pauze bijna 9 uur zou kunnen rijden!
Om dit tegen te gaan en de veiligheid op de weg te vergroten is deze volgorde bindend voorgeschreven. Het is regelgevend die voor alle beroepschauffeurs geldt, of het nu vrachtautochauffeurs of om touringcarchauffeurs gaat.

Wat is een pauze?

Een pauze is een periode van tenminste 15 minuten aaneengesloten waarin de chauffeur niet hoeft te rijden of andere werkzaamheden hoeft te verrichten. Dankzij nieuwe controleapparatuur kan een controleur tot op de seconde zien of een pauze wel de voorgeschreven minimumlengte heeft gehad. Wanneer een pauze net iets te kort is geweest – bijvoorbeeld 14 in plaats van 15 minuten – telt deze formeel niet mee als pauze en kan er dus een overtreding van de rij- en rusttijden ontstaan. In de situatie dat een chauffeur een half uur in de file staat en iedere vijf minuten zijn bus een paar meter naar voren moet rijden is er géén sprake van een pauze.

Praktijkvoorbeeld

Wanneer een gezelschap enkele dagen naar een stad als Parijs gaat, dan wil men de eerste of de laatste avond vaak nog een rondrit door de lichtstad maken. Helaas is dat vaak niet mogelijk. Hoe komt dat? Een voorbeeld ter illustratie. Een groep leerlingen vertrekt om 08.00 uur van school naar Parijs. Hun chauffeur is al om 07.15 uur met zijn werkzaamheden (ophalen en controleren bus en naar school rijden) begonnen. Na een voorspoedige reis met koffiepauze en lunchpauze, zodat de chauffeur voldoende pauze heeft gehad, komt het gezelschap om 14.30 uur bij het hotel. Na het inchecken brengt de chauffeur het gezelschap naar de Eiffeltoren en de Sacré-Coeur en om 18.00 uur is men terug bij het hotel. In totaal heeft de chauffeur ruim 7 uur daadwerkelijk gereden. Hij mag dagelijks negen of 10 uur rijden, dus wat let hem om ’s avonds nog een stadstour te maken? Volgens het arbeidstijdenbesluit moet de chauffeur per 24 uur tenminste 9 uur aaneengesloten rust hebben en mag hij dus maximaal 15
uur arbeid verrichten. Nu de chauffeur om 07.15 uur is begonnen mag hij tot maximaal 22.15 uur werken. Een beetje krap om na het diner nog een rondrit te gaan maken. Dit voorbeeld bewijst het grote belang om voor vertrek goede afspraken met het touringcarbedrijf te maken. Zo laten wij voor vertrek het draaiboek van de reis zien, zodat de planningsafdeling van het touringcarbedrijf kan inschatten of de voorstellen haalbaar zijn.

Controle

Sinds 2006 moet iedere nieuwe touringcar voorzien zijn van een digitale tachograaf. Met deze digitale tachograaf worden alle ritten, die met dat voertuig worden gemaakt, tot op de seconde en tot op de meter vastgelegd. De touringcarchauffeur moet voordat hij gaat rijden zijn bestuurderskaart in de digitale tachograaf invoeren. Uit het geheugen van deze digitale tachograaf valt met een speciale controlekaart exact uit te lezen wélke chauffeur op wélke dagen wélke ritten heeft uitgevoerd. In touringcars van voor 2006 zit meestal nog een analoge tachograaf. In deze touringcar gebruikt de chauffeur dan een papieren tachograafschijf waarop zijn rit wordt vastgelegd. Indien een dergelijke analoge tachograaf kapot gaat, moet deze vervangen worden door een digitale tachograaf.

– De naleving van de rij- en rusttijden wordt in Nederland met name gecontroleerd door de Inspectie Verkeer en Waterstaat (IVW), de Arbeidsinspectie, de Verkeerspolitie en andere korpsen van het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD). Ook andere opsporingsdiensten kunnen in sommige situaties controle uitvoeren. In het buitenland wordt de controle door vergelijkbare instanties gedaan. Iedere touringcarchauffeur moet bij een controle onderweg over de lopende dag en de laatste 28 kalenderdagen kunnen laten zien of hij op deze dagen gewerkt heeft. Om dit aan te tonen kan de chauffeur zijn digitale bestuurderskaart en/of zijn tachograafschijven van de analoge tachograaf en/of verklaringen van zijn werkgever laten zien (voor vrije dagen).